Symptomen defecte slangen

Met de huidige kleinere motorcompartimenten bestaan koelvloeistofslangen in alle soorten en maten voor specifieke toepassingen en krappe motorruimten. Ze transporteren koelvloeistof naar veel componenten onder de motorkap en bestaan uit drie delen: de binnenwand, de versterking en de ommanteling.

Hoewel het basisconcept van de slangen in de loop der jaren niet veel veranderd is, zijn de slangmaterialen aanzienlijk verbeterd. Dankzij deze verbeteringen gaan slangen tegenwoordig langer mee dan vroeger. Niettemin is de veeleisende werkomgeving onvermijdelijk van invloed en zullen zelfs de beste slangen na verloop van tijd slijtage vertonen en aan vervanging toe zijn.

HOE SPOOR JE EEN SLECHTE SLANG OP?

We leggen hier uit hoe je bij een defecte koelvloeistofslang de diagnose stelt. Een paar algemene richtlijnen voor het controleren van je slang:

• Controleer altijd op knikken
  Wanneer je een koelvloeistofslang controleert op schade, zorg er dan voor dat de slang niet geknikt is en niet in contact komt met hete of bewegende motoronderdelen of scherpe randen. Een knik kan de doorstroom van koelvloeistof verminderen, wat kan leiden tot een oververhitting van de motor. Een scherp oppervlak kan de slang uiteindelijk openscheuren of afschaven, waardoor koelvloeistof verloren gaat.
• Extra tip: aan de hand van de temperatuur van de slang kan worden gecontroleerd of het systeem goed functioneert
  Hier een paar voorbeelden. Gebruik een infraroodthermometer om de temperatuur van de slang af te lezen. Als de verwarming aanstaat, moeten zowel de inkomende als de uitgaande kachelslangen ongeveer dezelfde temperatuur hebben. Als dat niet het geval is, moeten ze vervangen worden. Als de bovenste radiatorslang al heet wordt voordat de motor goed warm gedraaid is, betekent dit dat de thermostaat niet goed sluit of zelfs constant open staat. Als de slang helemaal niet heet wordt, betekent dit dat de thermostaat verstopt is. In beide gevallen moet de thermostaat onmiddellijk worden vervangen.